Eerder onderzoek naar depressie heeft aangetoond dat er verband bestaat tussen het doormaken van een depressie en in het aantal sociale contacten, verplaatsingen, mate van sociale terugtrekking en eenzaamheid. De onderzoekers wilden weten of locatie gegevens, die verzameld kunnen worden met de functie “Bluetooth” op een mobiele telefoon, bruikbaar zijn om veranderingen te zien zijn in het gedrag tijdens een depressie.
Het onderzoeksprogramma RADAR-CNS zich richt op het op afstand beoordelen van terugval bij depressie, epilepsie en multiple sclerose. Van 316 deelnemers werden gedurende twee weken de locatie gegevens met een mobiele telefoon verzameld. Deze gegevens werden vergeleken met de antwoorden op een vragenlijst die deelnemers gaven over de ernst van hun depressie.
De onderzoekers vonden wat zij zochten: minder gebruik van het mobieltje, kleinere variantie in het gebruik, geregelde terugkeer verminderde en een onregelmatigere registratie van het mobieltje blijken aantoonbaar een voorspeller te zijn voor de ernst van de symptomen van een depressie. De bevindingen uit dit onderzoek kan het volgen van patiënten met depressie verbeteren.
o.a. door Femke Lamers en Brenda Penninx
Klik hier om het hele artikel (Engelstalig) te lezen
Oorspronkelijke titel:Predicting Depressive Symptom Severity Through Individuals’ Nearby Bluetooth Device Count Data Collected by Mobile Phones: Preliminary Longitudinal Study